Chenin Blanc

Aangeplant in Anjou, rond 1490 niet ver van Mont-Chenin, door een abt die experimenteerde met verschillende soorten wijnstokken, was de Plant d’Anjou, de enige druivensoort die het slechte weer kon weerstaan. Omgedoopt tot Chenin, werd het toen aangeplant in Touraine onder de naam Gros-Chenin, en in Anjou onder de naam “Pineau”…. Tegenwoordig produceert de Chenin in de Loire droge witte wijnen met grote kracht en lang bewaarpotentieel, evenals ongelooflijke halfdroge en zoete wijnen. Ook gekweekt in Californië, Argentinië of Nieuw-Zeeland, komt hij het meest voor in Zuid-Afrika. Het zou één van de eerste druivensoorten zijn die in 1655 door Nederlandse kolonisten werden aangeplant en lange tijd ""steen"" genoemd werden, maar de term verwijst nu alleen naar ""halfdroge"" wijnen. Het belangrijkste verschil tussen de twee wereldhelften is de fermentatietemperatuur. In de Loire vindt het plaats tussen 16 en 20 ° C om de tropische aroma's te vermijden die bij lage temperaturen worden verkregen. Dit is echter precies wat Zuid-Afrikaanse wijnboeren aantrok. De twee stijlen zijn daardoor erg herkenbaar. De droge wijnen passen perfect bij quiches, groentetempura's, gevogelte en vis.De zoete wijnen worden gedronken bij foie gras, zoete en hartige gerechten en curry's.