Tempranillo

De ruggengraat van de grootste wijnen van Rioja en Ribera del Duero, is de Tempraniillo ook aanwezig in andere Spaanse regio's onder zestig synoniemen, waarvan Tinto del País, Tinto fino, Cencibel, Ull de llebre, de meest voorkomende zijn. De meest aangeplante rode variëteit op het Iberisch schiereiland, werd ooit minder verbouwd dan Garnacha of Bobal. Zijn expansie volgde die van Spanje op de internationale markten. Tegenwoordig duikt hij zelfs op in de Nieuwe Wereld (Argentinië, Zuid-Afrika), terwijl hij in Portugal terug te vinden is in de portwijnen. Zelfs als sommigen hem associëren met Pinot noir dat de cisterciënzer monniken tijdens een pelgrimstocht naar Santiago de Compostela zouden hebben meegebracht, is hij nochtans afkomstig van de Rioja, waar hij 75% van de appellatie beslaat, met continue groei. Hij rijpt vlug en geeft de voorkeur aan de koele streken van het noorden van het land en een beetje hoogte. Een discrete druivensoort die zijn succes dankt aan grote huizen zoals Marqués de Riscal, Pingus of Vega Sicilia. Kan heel jong gedronken worden of na jarenlange rijping op vaten die hem de grootste complexiteit geven. De Tempranillo wordt vooral geserveerd bij vleesgerechten, maar ook met bloedworst of een dessert op basis van chocolade.